De kunst van het opruimen: verdeel & heers

De kerstspullen zijn wel het klassieke voorbeeld van dingen die je niet elke dag nodig hebt, maar die je wel bewaart. En daar is niets mis mee. Maar hetzelfde zal gelden voor – zeg, een groot deel van je bakspullen als je niet zo’n keukenprins(es) bent. Of voor een aantal kledingstukken, zoals een galajurk, winterjas of kersttrui.

Wat ik hiermee wil zeggen: we kunnen alle dingen die we bezitten vrij eenvoudig onderverdelen in twee categorieën:

  • alledaagse spullen
  • niet-alledaagse spullen

Onder de eerste categorie valt alles wat je vrijwel dagelijks (kan ook: wekelijks) gebruikt / aanhebt / met je handen beetpakt. De tweede groep bevat de kampeerspullen, de fotoalbums, de zwembandjes, je backpack en inderdaad: de kerstdozen. Maar ook die staafmixer die je misschien maar eens per jaar gebruikt.

Opgeruimd houden

Om goed om te ruimen, maar vooral om het overzichtelijk en netjes te houden, is het belangrijk om deze scheiding aan te brengen in je spullen. Verdeel de in-je-huis-aanwezige opbergruimte dan ook op dezelfde manier in: de zolder/kelder of die ene grote schuifdeurkast zijn voor de niet-dagelijkse dingen. De kleine kastjes, zoals de keukenkastjes, het dressoir in de woonkamer, de kledingkast in je slaapkamer zijn voor de dagelijkse spullen.

Dat betekent dus dat er geen staafmixer in je keukenkastje ligt, als je die slechts één keer per half jaar gebruikt. Die ligt dan gezellig in een doosje met de andere keukenspullen die maar af en toe gebruikt worden in een stellingkast op zolder. Waarschijnlijk bovenop de gourmetset? 😉

Het voordeel van deze manier van opbergen is dat je meer ruimte hebt in je ‘gebruikskastjes’. Er ligt namelijk niet alsnog een kersttrui op de stapel gewone truien. Er liggen geen 6 mengkommen in het kastje van de sla-schaal. Ook ontdek je door deze techniek toe te passen, wat je wél en niet gebruikt en dus ook: waar je wellicht afscheid van kunt nemen.

Daarnaast maak je geen zooitje in kasten omdat je om / over / langs dozen en dingen moet die altijd in de kastjes staan, maar die je zelden gebruikt. Waarbij er dan dingen omvallen of in de knoop raken. Of stapels omkukelen. En alles wat je wel gebruikt, staat/ligt gewoon écht in dat kastje. Geen idee wat ik bedoel? Probeer het maar ‘ns, je merkt het vanzelf!

Hoe pak je dit aan?

Zoek één of max. twee plekken in huis uit waar jij je niet-alledaagse spullen bewaart en verplaats ze erheen. Dat betekent inderdaad even grof door je huis heen gaan en in de komende weken er steeds als je iets tegenkomt – spullen daar naartoe brengen. Die opbergruimte, dat kan dus ook goed een grote (hal)kast zijn of wellicht de schuur.

Daar – en alléén daar – bevindt zich de plek voor die niet-dagelijkse zaken. Of je nu de staafmixer, de foto van oma of je backpack zoekt: ze liggen daar. Dat geeft rust en overzicht. Zo heers jij over je spullen, in plaats van je spullen over jou.

xAnja

Anja

2 reacties op ‘De kunst van het opruimen: verdeel & heers

  1. Ik heb wel een scheiding op deze manier in m’n kleding gemaakt. Ik deel m’n kast en er is niet zoveel ruimte . Dus (winter)jassen en sportkleding bijv gaat in de niet alledaagse kast. Zo heb ik bij de hand wat ik nu draag en meer overzicht.

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.